Een lastige zaak...

Detailhandel op het bedrijventerrein, het is een lastige zaak. Soms mag het wel, maar meestal niet. Het leidt nog wel eens tot discussies en vervelende confrontaties.

Zoals onlangs in de zaak van de gemeente Weesp tegen een onderneemster die aan de Hogeweyselaan een kapsalon zou voeren. Naar de kapper op het bedrijventerrein mag niet en de gemeente legde de eigenaresse een dwangsom van 20.000 euro op omdat er na waarschuwing toch illegaal zou zijn geknipt. De onderneemster was een andere mening toegedaan en stapte naar de rechter. Die oordeelde dat de gemeente de controles niet goed had uitgevoerd. Dus was er geen bewijs en dus werd de dwangsom onhoudbaar, oordeelde de rechter.
Detailhandel op bedrijventerreinen wordt geregeld via het bestemmingsplan. De vuistregel is: het mag niet. Uitzonderingen gelden voor grote bedrijven die niet in een binnenstad wenselijk zijn, zoals autobedrijven en bouwmarkten. Klinkt helder, maar het leidt tot een grijs gebied. Binnen de Weesper politiek wil men best wat meer mogelijk te maken, maar dan moet het wel gaan om non-foodwinkels van meer dan 1500 vierkante meter. De provincie Noord-Holland heeft echter een stevige vinger in de pap en kan met overkoepelend beleid en vanuit regionale belangen de versoepeling van detailhandelregels op bedrijventerreinen overrulen. Het argument daarvoor is om de binnensteden en andere winkelgebieden te beschermen tegen leegloop.