Kantoor

Eind oktober berichtte het WeesperNieuws over problemen rond de vestiging van een bankfiliaal in de hoofdwinkelstraat van Weesp. De ABN Amro wil het statige bankgebouw aan het Grote Plein verlaten en zijn intrek nemen in een opgeknapt pand aan de Slijkstraat. Dat pand is groot genoeg en staat leeg, dus dat is het probleem niet. Nee, het probleem schuilt in het bestemmingsplan. Dat staat op dit adres geen dienstverlening toe en de gemeente wil dat niet aanpassen. De bedrijfsmakelaar die ABN Amro hierin begeleidt, vindt dat maf. In andere panden in deze winkelstraat is dienstverlening wel toegestaan. Daarom zien we ook een makelaar, een jurist en een andere bank in deze straat. Sterker nog: als de ABN Amro een pand verderop kiest, kan het wel. Waarom is dat zo ongelijk en ingewikkeld? Dat zit zo: de gemeente vindt het van groot belang dat de Slijkstraat een winkelstraat blijft en wil voorkomen dat nog meer winkelruimte wordt veranderd in kantoren. Daarom is enkele jaren besloten tot het volgende: alle panden waar een dienstverlener zit, behouden (ook) de bestemming dienstverlening. Maar alle andere panden moeten een winkel blijven. Een helder beleid. Maar dan dit: het pand dat ABN Amro wil betrekken, staat al drie jaar leeg. De bedrijfsmakelaar stapte naar de gemeenteraad met het verzoek de bestemming te veranderen. Een vraag die je dan kunt verwachten is: wat heb je liever: een lege winkel of een gevuld bankfiliaal? Is het niet logischer om je eerst af te vragen of deze bedrijfsmakelaar zijn klant nu werkelijk niet kan helpen aan een geschikt pand dat wel een bankkantoor mag zijn?

André Verheul
hoofdredacteur B2B