Afbeelding
Foto: Christian Pfeiffer

Dikke 7 voor het winkelgebied

Het Koopstromenonderzoek 2016 is een samenwerking tussen de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. Doel was inzicht te verkrijgen over het koopkoopgedrag van consumenten in de Randstad. Ruim 100.000 gezinnen deden mee. Het onderzoek moet volgens de onderzoekers dan ook als zeer betrouwbaar worden gezien.

Centrum en Hogeweij

In Weesp werden het centrum en winkelcentrum Hogeweij onderzocht. Het winkelgebied in het centrum is ongeveer 7600 vierkante meter groot. Winkelcentrum Hogeweij telt ongeveer 2300 vierkante meter. Allebei laten ze opvallend positieve resultaten zien. Terwijl in de hele regio de omzet afnam in de dagelijkse boodschappen sinds de laatste meting in 2011 (winkelcentrum Maxis in Muiden: -3,5 procent, Hilversum: -10 procent, Bussum: -35,7 procent), laat Weesp juist een groei zien. In het centrum werd in 2016 21,7 miljoen euro uitgegeven (+19,8 procent) en in winkelcentrum Hogeweij 22,5 miljoen euro (+4,9 procent). Een teruggang is wel duidelijk te zien in de niet-dagelijkse boodschappen. Daarin loopt Weesp gelijk met de rest van de regio, want overal loopt de omzet in die categorie terug. In het centrum is de omzet met 12,5 miljoen euro nog maar 67,5 procent van wat het vijf jaar geleden was. In Hogeweij daalde de omzet van 1,3 miljoen euro naar 0,6 miljoen (-54 procent).

Dat het centrum en winkelcentrum Hogeweij het vooral moeten hebben van de Weespers zelf kan geen nieuws zijn. 88 procent van de bestedingen van winkelende consumenten in het centrum is van een Weesper. In Hogeweij is dat 80 procent. In het centrum is daarnaast 1 procent van de aankopen gedaan door een toerist. Die laatste groep gaf in 2016 200.000 euro uit.
De consument waardeert de bereikbaarheid per fiets met een mooi rapportcijfer, maar hekelt de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Uiteindelijk scoren we een dikke voldoende.

Online

In april 2013, de crisis was nog in volle gang, interviewde B2B directievoorzitter Eric Lücke en directeur Bedrijven Erwin Schols van de Rabobank Amstel en Vecht. Zij waarschuwden toen voor de gevolgen van onlinewinkelen. "Het grote gevaar zit 'm erin dat veel winkeliers zeggen: 'Mijn omzet loopt nu met 20% terug, maar dat komt door de slechte economie.' Maar dat is slechts ten dele waar. De omzet loopt óók terug door de internetwinkels, die als een sluipmoordenaar je omzet weghalen. Dus als de economie straks weer aantrekt, ben je als winkelier niet automatisch weer boven Jan."

Dat wordt nu bewaarheid. Het koopstroomonderzoek toont aan dat Weespers hun niet-dagelijkse boodschappen steeds vaker online doen, ruim 20 procent meer dan in 2011. Dagelijkse boodschappen online groeien met tussen de 10 en de 20 procent. In de hele regio neemt door internet de omzet in winkels af. Grote klappen vallen er in Bussum en Hilversum. Vooral niet-dagelijkse boodschappen worden niet meer op de traditionele winkelplekken gedaan. Het zijn daarmee de grotere, traditionelere concentraties van winkels in de regio die het moeilijk hebben en dan niet voor de normale boodschappen, maar voor de aankopen die af en toe worden gedaan. De leegstand loopt daar het hardst op en de omzet verdwijnt. Het is vooral internet die daar de schuldige aan is, zo concluderen de opstellers van het koopstromenonderzoek.

Het web is het grootste winkelcentrum van Nederland geworden. De structuur van winkelen is voor iedereen radicaal gewijzigd, iedereen kan overal alles kopen wat ze willen. In dat licht gezien is het knap dat winkels zich zo goed staande weten te houden, zo menen de onderzoekers. We zitten midden in een revolutionaire ontwikkeling. Internet heeft dingen veranderd waarbij het onduidelijk is hoe die op hun plek gaan vallen. Er is voorlopig nog geen afname te zien in de groei van bestedingen online en jongeren trekken steeds meer naar online.

De onderzoekers durven zich dan ook niet echt aan een toekomstprognose te wagen. Zij stellen alleen dat winkelcentra waar meer flexibiliteit is betere mogelijkheden hebben. Het is aan de gemeenten en de lokale bestuurders om te anticiperen op alle ontwikkelingen. Maar dat is ongelofelijk moeilijk. De gemeente heeft als puntje bij paaltje komt maar weinig instrumenten om de lokale economie een bepaalde kant op te dwingen. Los daarvan mist het de capaciteit en het budget om zich structureel op dit gebied in te zetten. En pogingen om iets in die richting te doen met bijvoorbeeld een biz-regeling of een stadsfonds zijn vroegtijdig gestrand op allerlei weerstand, ook van ondernemers.

Ondernemers

Goed, het koopstroomonderzoek brengt dus goed en slecht nieuws. Wat vinden Weesper winkeliers? We vragen het WDO-bestuurslid en slager Maarten van Donk: "Weesp is als woonplaats in trek - niet in de laatste plaats vanwege de karakteristieke binnenstad met zijn vele speciaalzaken. Ik zie veel nieuwe gezichten in mijn slagerij. Ik heb begrepen dat veel mensen die nu voor Weesp kiezen uit IJburg komen. Zij hebben Amsterdam verlaten omdat daar geen betaalbaar huis meer te vinden is. IJburg leek de oplossing, maar gezellig is het daar nog steeds niet. Dus schuiven ze op naar Weesp, met zijn grachten, monumenten en winkels toch een beetje klein Amsterdam."

De ondernemer is trots op de dikke 7 die Weesp krijgt in het onderzoek, maar vindt dat de ondernemers niet tevreden achterover mogen gaan leunen: "Het kan nóg beter, vooral wat samen optrekken betreft. Er zijn binnen de winkeliers in de loop der jaren eilandjes ontstaan en het kost de verjongde WDO veel moeite om de neuzen dezelfde kant op te krijgen." Raar eigenlijk, want je zou denken dat de ondernemers hetzelfde voor ogen hebben: een florerende zaak met toekomstperspectief in een aantrekkelijk winkelgebied.

Goedkoop

Sander Abbekerk nam in 2008 Bakkerij Klercq in de Slijkstraat over. Ondanks de crisis die dat jaar insloeg had hij een goede start. Net als Van Donk ziet Abbekerk zijn klandizie groeien. "Steeds meer Weespers doen hun dagelijkse boodschappen in hun eigen stad. Je kunt hier alles krijgen en tussendoor gezellig ergens koffie drinken of iets eten in een van de vele restaurantjes. Voor speciaalzaken, kwaliteit, service en gezelligheid hoef je Weesp niet uit, en ook belangrijke winkels als Blokker, Kruidvat en Hema zijn hier te vinden. Wie nog wel naar de Maxis of de Bijlmer gaat, doet dat volgens mij puur voor een B-supermarkt. Het zou goed zijn als Weesp ook zo'n goedkopere supermarkt krijgt. Dan zou je nog meer klanten in Weesp houden én nog meer klanten van buiten Weesp hierheen trekken - iets waar alle ondernemers van zouden profiteren. Want eenmaal in Weesp maak je vaak ook een rondje langs andere winkels."
Dirk Pronk van Pronk Juweel in de Slijkstraat bevestigt wat zijn collega-ondernemers zeggen: "Met kwaliteit en authenticiteit houd je als speciaalzaak je klandizie vast en bouw je die uiteindelijk ook steeds verder uit." Zijn kaas- en delicatessenwinkel loopt dan ook nog steeds als een trein. Toch heeft ook hij nog wel een tip c.q. wens: "Haal de parkeerautomaten weg en maak van de binnenstad een blauwe zone waar je tot twee uur gratis kunt parkeren. Dat komt de binnenstad en dus uiteindelijk ook de gemeente ten goede."

Veel verbeterd

Niet alleen het centrum maar ook winkelcentrum Hogeweij haalt opvallend positieve resultaten in het koopstromenonderzoek. In supermarkt Deen wordt het ook steeds drukker. Assistent-bedrijfsleider Richard Visser kent de situatie van vijf jaar geleden niet - hij werkt er pas twee jaar - maar in die twee jaar is er veel verbeterd, signaleert hij. "Wij hebben in 2015 onze winkel vernieuwd en vorig jaar is het hele winkelcentrum verbouwd. Hogeweij is nu veel aantrekkelijker voor de dagelijkse boodschappen en dat merken wij aan zowel het aantal bezoekers als de goede reacties."