Afbeelding

Zware beroepen eerder met pensioen? Maar wie dan?

Een dagelijks terugkerend fenomeen in de spreekkamer van de bedrijfsarts: werkenden die richting hun pensioen vastlopen, simpelweg omdat ze hun werk, zowel mentaal als fysiek, niet meer volhouden. Degenen die hier het meest onder lijden zijn de werknemers met de 'zware beroepen', maar het speelt zeker ook bij anderen.

De discussie over een vervroegde pensioneringsmogelijkheid voor mensen met zware beroepen sleept langer dan tien jaar, maar wordt nu acuut. Regelingen als prepensioen en VUT zijn afgeschaft. De mogelijkheid om eerder te stoppen met werken, bijvoorbeeld als het werk te zwaar wordt, is daarmee voor een grote groep mensen verdwenen. Het is zorgelijk dat werkenden het nu vaak al niet halen om door te werken tot aan de pensioenleeftijd. Dit wordt, met de opschuivende pensioenleeftijd, steeds moeilijker. Maar wat zijn 'zware beroepen' eigenlijk?

In een recent uitgevoerd onderzoek werd gekeken naar sectoren waar de uitval door arbeidsongeschiktheid tweemaal hoger is dan het Nederlandse gemiddelde. Zo blijkt dat bijvoorbeeld dakdekkers, schilders en stukadoors zo zwaar belast worden dat de kans groot is dat zij aan de zijlijn komen te staan. Op basis van deze maatstaf zou het om circa 150.000 mensen gaan.

Anderzijds zou naar werkdruk gekeken kunnen worden. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ervaart circa 300.000 Nederlands 'altijd' werkdruk. Met name koks, artsen, juristen en managers in de zakelijke dienstverlening ervaren de hoogste werkdruk.

Tot slot kunnen bovengenoemde factoren gecombineerd worden. Een hoge werkdruk en fysiek zware arbeid leiden tot een hoger ziekteverzuim. Zo zijn ambtenaren en werknemers in de zorg en het onderwijs veel vaker ziek dan andere werknemers. Hebben zij dan recht om eerder met pensioen te gaan?

En wie bepaalt dat? Wat weegt zwaarder? Uitval of werkdruk? Waarom mensen in de bouw wel, maar een kok niet? Voor artsen een uitzondering maken, of toch maar de schilders? Den Haag ziet vooralsnog meer in het flexibiliseren van de AOW-leeftijd dan in het maken van wettelijke uitzonderingen voor specifieke beroepen. Een flexibele AOW-leeftijd zet echter weinig zoden aan de dijk, zo blijkt.

Feit blijft dat we gemiddeld steeds ouder worden en de pensioenleeftijd hierdoor blijft opschuiven omdat deze is gekoppeld aan de levensverwachting. De oplossingsrichting is daarom: kom tijdig in actie. Denk na over je (financiƫle) toekomst en een oplossing. Het kan namelijk nog wel even duren voordat de politiek en de sociale partner een oplossing hebben voor dit probleem.