Afbeelding
Foto: Brian Elings

Koning
Kerstpakket

Twee aspecten horen bij Stef Pronk als het groene kruis bij de Laurentiuskerk. Ten eerste: zijn klompen. Maar dat is even een cultuurschok: want waar zijn die gebleven? Hij antwoordt met de glunderende uitstraling die hem zo eigen is. "Hier (het bedrijfspand van Pronk Juweel aan het Van Houten Industriepark) zit een rare trap tussen de begane grond en de eerste verdieping waar wij zijn gevestigd. De treden zijn net even te smal voor klompen. Op een gegeven moment maakte ik bijna een doodsmak en toen besloot ik geen klompen meer te dragen." En passant openbaart hij een goed bewaard geheim. "Dat weet vrijwel niemand, maar ik schreef op die klompen kattebelletjes. Dan had iemand gebeld voor een bestelling en schreef ik op een klomp 'Nog even honderd extra daarbij'. Mooi toch?"

Keu

Komen we bij het tweede: zijn naam. Hij heet Stef, althans, dat staat in zijn paspoort. Maar hij heet toch ook Keu? Zo kent half Weesp hem althans, en de andere helft eigenlijk ook. Waar komt die prachtige bijnaam vandaan? "Wij zijn van boerenafkomst en woonden in een klein huisje. Ik kroop als klein jochie altijd over de grond. Als een klein varkentje, als een keutje en daar komt die naam vandaan. En die naam heb ik altijd gehouden. Zelfs de leraren op de mulo noemden me zo."

De markt

Stef Pronk dus. Veel meer Weesps ga je ze niet krijgen. Jongste telg uit een katholiek gezin aan de 's-Gravelandseweg, geboren in 1947. Acht kinderen gingen studeren, maar voor de broers Joop ('Joop is naar boven'), Dirk en Stef was studeren niet weggelegd. Zij gingen daarom elke week trouw met kaas naar de markt in Hilversum, terwijl Stef ook de winkel bestierde. De markt vond Stef trouwens met afstand het leukste om te doen.

Top 3

"De markt in Hilversum stond in de top 3 van grootste markten in Nederland. Ik denk dat er wel 250 kramen waren, als het er nog niet meer waren. Joop en Dirk stonden er altijd woensdag, vrijdag en zaterdag en ik stond er alleen op woensdag en deed daarnaast de winkel. Maar de markt was het mooiste. Die sfeer, geweldig."

De winkel zat destijds - we hebben het over de jaren zestig – alleen aan de Achteromstraat en het was hier sappelen voor weinig centen. "We hadden een gezin met elf kinderen, van wie er nog tien thuis woonden en voordat je al die monden had gevoed, was je een stuk verder. En zonder vader, want die is overleden toen ik 12 was. We hadden niets, Ja, rode cijfers."

Erwten

In de tijd dat Stef na het behalen van zijn mulo-diploma zijn moeder ging helpen in de winkel, was het meer een kruidenierswinkel. "Toen ik in de winkel kwam, zag ik kansen om te vernieuwen. We stopten met allerlei erwten die we verkochten en naast Hollandse kaas ben ik begonnen met Franse kaas. Later nam ik noten erbij."