Familielening en onderpand

In eerdere columns is al uitgebreid aandacht besteed aan de familielening en dan met name het goed (laten) vastleggen van de bepalingen van de lening zelf. Recent zijn wat overwegingen gegeven over de hoogte van de rente op de lening. Indien de rente niet zakelijk is, kan sprake zijn van een schenking en beperking van aftrek van de rente als eigenwoningschuld.

Het vastleggen van de bepalingen van geldlening zijn van belang zodat, met name als beide ouders zijn overleden, er geen ruzie komt tussen de kinderen omdat de leningsbepalingen onduidelijk zijn. Het vastleggen van de momenten waarop de lening moet worden terugbetaald, zijn daarbij cruciaal. Deze momenten zijn ook van belang als sprake is van onderpand.

Als je geld leent bij een bank, dan is het zeer gebruikelijk dat de bank vraag om onderpand. Als je een huis in onderpand geeft tot zekerheid van de terugbetaling van de lening, noemen we dat hypotheek. In die zin klopt het spraakgebruik niet helemaal. Je geeft namelijk onderpand, dus je geeft hypotheek. In het spraakgebruik wordt doorgaans gesproken over het nemen van hypotheek, maar eigenlijk neem je dus geld, dat is de geldlening.
Voor banken is onderpand in de vorm van hypotheek de normaalste zaak van de wereld. Is er sprake van een aanvullende lening met hypotheek bij een andere bank dan de eerste, dan moet de eerste bank toestemming daarvoor geven.
Hetzelfde kan gebeuren bij een familielening. Indien die familielening aanvullend is op een banklening, dan zal, indien sprake is van hypotheek bij de familielening, de eerste bank toestemming moeten geven. Die toestemming wordt niet altijd zo makkelijk gegeven, vandaar dat bij een familielening niet altijd sprake is van onderpand. Geen onderpand is van harte af te raden, maar soms kan het dus helaas niet anders. De vraag is of dan de familielening wel verstandig is.

Indien geen sprake is van een eerdere bankhypotheeklening danwel de eerste bank toestemming geeft, dan zou bij een familielening voor aankoop van een huis eigenlijk altijd sprake moeten zijn van onderpand. Dit ter bescherming van de schuldeisers. Het hypotheekrecht moet notarieel worden vastgelegd en worden ingeschreven in het kadaster. Op deze wijze zal bij verkoop van de woning de betreffende lening altijd naar boven komen en zal ook aflossing via de notaris kunnen plaatsvinden.
Het onderpand werkt dan defensief. Het kan ook offensief werken als de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet. Het hypotheekrecht heeft dan de mogelijkheid tot veiling. Natuurlijk ongewenst binnen familieverband, maar soms helaas noodzakelijk.

Kortom, hoe weinig gezellig en charmant ook, leg de bepalingen van de geldlening heel goed vast en zorg voor goed onderpand indien mogelijk. Het is, sorry voor de platte termen, de stok 'om mee te slaan' en de stok 'achter de deur'.