WOZ-waarde en erfpacht

De WOZ-waarde is het uitgangspunt voor de berekening van erf- en schenkbelasting bij verkrijging van een woning krachtens erfrecht of gift. Het lijkt dus zeer voor de hand te liggen kritisch te zijn over de WOZ-beschikking en eventueel bezwaar te maken. Dat klinkt misschien eenvoudig, maar het is in praktijk veel lastiger, dus oppassen geblazen.

Onder het begrip woning wordt in ieder geval een gewoon woonhuis verstaan, maar ook een vakantiewoning valt onder dat begrip. Het woning begrip voor de Successiebelasting wijkt dus af van de Wet op de Inkomstenbelasting. Bij de bepaling van de WOZ-waarde wordt verder geen rekening gehouden met de omstandigheid dat de woning bewoond, verhuurd of verpacht is. Verhuring kan overigens wel weer invloed hebben op de uiteindelijke hoogte van de verschuldigde (erf- en schenk) belasting.

Sinds 2012 is er een keuze voor de WOZ-waarde van het kalenderjaar waarin de woning wordt verkregen of de WOZ-waarde die geldt voor het kalenderjaar daarna.

Als blijkt dat de WOZ-waarde te hoog is, dan zou bezwaar kunnen worden gemaakt. De termijn waarin bezwaar kan worden gemaakt tegen de WOZ-beschikking is vrij kort. De kans dat de termijn al is verlopen en de erfgenamen geen bezwaar meer kunnen maken is dus vrij groot, hoewel wel weer de mogelijkheid bestaat een nieuwe beschikking aan te vragen. Kan er nog wel bezwaar worden gemaakt, dan is het van groot belang vast te stellen aan wie de beschikking is gericht en wie bezwaar maakt. Is de beschikking gericht aan 'de erven van' dan is er een keuze. Is er eenmaal een keuze gemaakt, dan is er geen weg meer terug.

Dat bleek uit een recent geval waarin een erfgenaam bezwaar had gemaakt tegen de beschikking die was gericht aan 'de erven van'. De belastingdienst vroeg om een verklaring van erfrecht waaruit een en ander bleek, maar toen die niet werd verkregen, werd het bezwaar niet ontvankelijk verklaard. De rechter gaf de belastingdienst gelijk omdat betreffende ene erfgenaam zich had gepresenteerd als een individuele erfgenaam, dus op persoonlijke titel handelde, terwijl hij wel bezwaar had ingediend namens de gezamenlijke erfgenamen. Daardoor was hij niet ontvankelijk in zijn bezwaar en konden de gezamenlijke erfgenamen ook geen bezwaar meer aantekenen.

Ook in een andere procedure waarin bezwaar was aangetekend 'namens de erven' maar geen machtiging van de (andere) erfgenamen kon worden overhandigd, werd het bezwaar niet ontvankelijk verklaard.

Kortom, indien er al de mogelijkheid bestaat om bezwaar te maken, bekijk goed de regels die daarbij van toepassing zijn.