Afbeelding
Foto:

Hou het vrijgezellig

Twee vrijgezelle ondernemers komen elkaar tegen en er slaat een vonk over. Niet veel later wonen zij samen en regelen een notarieel samenlevingscontract. Vlak na het einde van dat jaar confronteert hun adviseur hen met het feit dat zij moeten afrekenen over een fictief aanmerkelijk belang voordeel. Het gaat om 26,9% heffing over enkele tonnen…Die hadden zij niet zien aankomen! De adviseur zegt dat zij een te hoge rekening-courantschuld hebben. Maar wat gek; deze schuld hebben zij al jaren op ongeveer hetzelfde niveau en het ging altijd goed. 

Deze casuïstiek is geen fantasie en kan voorkomen met ingang van 1 januari 2024! Hoe zit dit dan precies? 

Per 1 januari 2023 gaat het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap in. Dit betekent dat een directeur-grootaandeelhouder (DGA), heel kort door de bocht, € 500.000 euro mag lenen van zijn B.V. voor zaken naast zijn eigen (box 1) woning. Leent hij een hoger bedrag, dan wordt dit meerdere gezien als een fictief voordeel uit aanmerkelijk belang waarover belasting is verschuldigd in box 2. Hier is het tarief thans 26,9%. Het eerste peilmoment voor deze schuldomvang is 31 december 2023. Let op: de DGA houdt zijn/haar schuldpositie aan de eigen B.V., het fictieve voordeel gaat dus niet direct van de schuld af. Dit betekent dus belasting heffen over iets dat niet als een voordeel wordt ervaren.

Er zijn een aantal technische haken en ogen die ik hier niet uitgebreid kan behandelen. Een belangrijk punt waar vanuit de praktijk kritiek op is geweest en die ik wil delen, is een situatie bij partners. Zo geldt namelijk dat de DGA en diens partner niet meer dan € 500.000 consumptief mogen lenen. Is een DGA alleen, dan geldt dezelfde € 500.000 als ondergrens, maar is hij/zij samen met een partner dan krijg je niet twee keer deze 'vrijstelling'. 

Dit wijkt af van de vele partnerregelingen in de systematiek van de Wet inkomstenbelasting 2001. Denk bijvoorbeeld aan de vrijstelling voor box 3; ben je met een partner dan is er twee keer recht op de vrijstelling. Als er twee vrijgezelle DGA`s zijn met ieder afzonderlijk € 400.000 in rekening-courantschuld aan de B.V., dan gaat dit in het vrijgezelle leven dus goed. Treffen zij elkaar en ontstaat er ten minste een fiscaal partnerschap, dan heeft dit directe gevolgen voor de heffing. Zij lenen dan ineens excessief. Een ongewenst bijgevolg van deze wetgeving, maar nu gelukkig niet onvoorzien. Wel zo gezellig!