WBTR-terreur?

In deze roerige tijden is het link om in een column de term ‘terreur’ te gebruiken, dus ik hoop het een beetje te verzachten met het vraagteken. Er is natuurlijk geen sprake van terreur, want het is een ongelofelijk belangrijke wet, maar dat wil niet zeggen dat je meteen naar een notaris moet voor statutenwijziging op dat punt.
Stichtingen en verenigingen worden overspoeld met berichten en waarschuwingen over de bestuursaansprakelijkheid indien de WBTR niet wordt geïncorporeerd in de statuten. Maar waar gaat het eigenlijk over? Wat is de WBTR eigenlijk?
De WBTR staat voor de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen. Het is een algemene wet die van toepassing is op rechtspersonen, waarvan bepaalde onderwerpen al eerder bestonden voor NV’s en BV’s. Je merkt dat wetgeving zich meer en meer richt op de bestuurders en hun verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Reden tot zorg? Eigenlijk niet als je gewoon naar eer en geweten handelt en je de regels volgt.
De vraag moet gesteld worden of de statuten van verenigingen en stichtingen halsoverkop gewijzigd moeten worden om in lijn te komen van de WBTR. Kort antwoord: nee. Het is zoals aangegeven belangrijk om kennis te nemen van de inhoud van de nieuwe wet, maar statutenwijziging hoeft niet halsoverkop. Aan de andere kant ben je ook niet gevrijwaard van aansprakelijkheid als je de statuten wél hebt aangepast aan de nieuwe regeling.
Er zijn een aantal onderwerpen in de WBTR die extra aandacht behoeven omdat mogelijk de statuten die onderwerpen moeten (gaan) omvatten. De meest in het oog springende onderwerpen zijn: ‘tegenstrijdig belang’ en ‘belet en ontstentenis’.
In de wet is een ‘tegenstrijdig belang’-regeling opgenomen. Heel eenvoudig gezegd mogen bestuurders die een tegenstrijdig belang met de rechtspersoon hebben niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over betreffend onderwerp. Voorbeeld zou kunnen zijn dat een bestuurslid ook leverancier is van alle horecavoorzieningen van een sportclub. Er kan een tegenstrijdig belang zijn daardoor.
Als alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben dan komt de bevoegdheid toe aan de algemene vergadering (dus bij een vereniging). Bij een stichting is dat veel lastiger omdat er doorgaans maar één orgaan is: het bestuur. Wat is dan de situatie als het hele bestuur een tegenstrijdig belang heeft? In de statuten kan dan bepaald worden dat het bestuur toch een besluit kan nemen, maar dat het bestuur dan schriftelijk vastlegt welke overwegingen aan het besluit ten grondslag liggen.
Indien een bestaande statutaire regeling overigens strijdt met de nieuwe wettelijke bepalingen dan gaat de wet voor op betreffende punten. Dat kan dus mogelijk tot onduidelijkheid leiden. In elk geval is een goede APK van de statuten van harte aan te bevelen.

Volgende keer: de regeling bij belet/ontstentenis van bestuurders en de overgangsregeling.