Afbeelding
Foto:

Box 3 heffing; een
buitensporige last (?)

Binnenkort mag de inkomstenbelastingaangifte weer gedaan worden. Onderdeel van die aangifte is box 3: inkomen uit sparen en beleggen. Voor 2021 geldt een vrijstelling van € 50.000 (bij fiscaal partners € 100.000).

De heffingssystematiek werkt met forfaits. Voor de uitvoering prettig, maar ook minder accuraat en minder eerlijk. De wetgever gaat ervan uit dat jouw bezittingen zijn verdeeld in bankbezit en in aandelen. Hoe meer vermogen je hebt, hoe meer je wordt geacht dit vermogen in de vorm van beleggingen te hebben. Deze beleggingen worden vervolgens geacht een hoger rendement te hebben en worden dan ook fictief zwaarder belast. Met relatief veel spaargeld is box 3 erg kostbaar. Je rendement is mogelijk zelfs negatief, maar de wetgever gaat uit van een veel hoger rendement, belast tegen 33%.

De box 3-heffing is in toenemende mate onder druk komen te staan. Ook zijn er verschillende casussen voor de rechter gekomen omdat de heffing buitensporig zou zijn. Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan dat een belanghebbende inderdaad te zwaar belast is geweest. 

Deze casus gaat over de jaren 2017 en 2018. In het kort: in 2017 is er een box 3-heffing van € 12.705 terwijl het daadwerkelijk rendement € 6.612 bedraagt. In 2018 gaat het om € 11.969 heffing versus een daadwerkelijk rendement van € 3.528. De rechter heeft geoordeeld dat deze heffing in strijd is met het Europees eigendomsrecht. Nu er inbreuk is vastgesteld, biedt dit opening voor iedereen die kan vaststellen dat de heffing hoger ligt dan het daadwerkelijke rendement. Echter, nog niet alles is duidelijk. Zo is niet helder op welke wijze het daadwerkelijke rendement vastgesteld dient te worden. Tellen ongerealiseerde rendementen op aandelen ook mee? Wat te doen met eventuele kosten? Het is wel duidelijk dat het van belang is om je rechten veilig te stellen. Het kan daarom geen kwaad om straks een pro-formabezwaar te maken tegen de box 3-heffing. Dan kun je op een later tijdstip onderbouwen dat de heffing buitensporig is. 

Voor 2017 en 2018 is van belang dat je over deze jaren al bezwaar hebt lopen tegen de box 3-heffing. In het geval de definitieve aanslag over deze jaren nog niet ouder is dan 6 weken, kun je nog bezwaar maken. Voor latere jaren geldt dat het arrest handvatten geeft voor bezwaar.

Vanuit de overheid wordt de zaak bestudeerd en verwacht wordt dat er in januari meer duidelijkheid komt over de gevolgen.