Afbeelding
Foto: WeesperNieuws

Erfenis corona is een schuldenberg

Veel ondernemers zitten in zwaar weer door de energiecrisis. Dat is op zich al vervelend, maar daarnaast ligt er ook nog een enorme berg coronaschuld die moet worden ingelost. Dit gaat diepe sporen nalaten.

Met corona moeten we ons nooit rijk rekenen, maar op het moment van schrijven lijkt de najaarsgolf aan ons voorbij te gaan. Ondernemers kunnen wat dit betreft dus even rustig ademhalen. Het is ook een geruststelling voor de regering, want daardoor hoeft niet weer de portemonnee te worden getrokken om coronasteun uit te keren. Het gaat namelijk om grote bedragen.

Eén op de drie

In de periode maart 2020 tot en met juni 2022 deden liefst 625.000 bedrijven een beroep op een van de steunmaatregelen, samen goed voor 34 miljard euro, zo leren gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is goed voor 35 procent, dus iets meer dan één op de drie. Weesp zit hier ruim boven met 39,7 procent.
Het gebruik van coronasteunmaatregelen is het hoogst op de Waddeneilanden (47 tot 63 procent van alle bedrijfsvestigingen) en het laagst in Rozendaal en Lopik, met respectievelijk 21 en 22 procent.

Meerdere regelingen

Er waren meerdere regelingen. De meeste bedrijven deden een beroep op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), die vooral gericht was op kleine zelfstandig ondernemers. 18 procent van alle bedrijven in Nederland maakte hier gebruik van. Drie andere veelgebruikte regelingen zijn de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), het uitstel van belastingbetaling en een vastelastenregeling (TOGS of TVL).

Midden- en kleinbedrijf

Vooral het midden- en kleinbedrijf profiteerde van de steunmaatregelen. Een tegemoetkoming voor vaste lasten werd relatief het vaakst aangevraagd door bedrijven met 2 tot 10 en van 10 tot 50 werkzame personen. Bedrijven met 1 of met 2 tot 10 personen op de loonlijst gebruikten relatief het vaakst de Tozo-regeling. Grote bedrijven, met minstens 250 medewerkers, vroegen met name uitstel van belastingbetaling.

Schuldenberg

Dat er ruimhartig steun is verleend, heeft er onder andere toe geleid dat bedrijven die wiebelden niet zijn omgevallen. “Feit is dat het aantal faillissementen tijdens de coronaperiode lager was dan normaal. Dus de compensatiemaatregelen van het kabinet hebben hun werk gedaan en zowel bedrijven als banen op de been gehouden”, laat Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland, weten.

Wat resteert, is een schuldenberg. Ruim de helft van de totale belastingschuld van circa 47 miljard euro is inmiddels afbetaald, maar ongeveer 269.000 bedrijven hebben op dit moment nog een gezamenlijke schuld van zo’n 19 miljard euro openstaan. Sinds oktober moeten ze beginnen met terugbetalen.

Uiterst ongelukkig

Visser noemt het moment van terugbetalen “uiterst ongelukkig, omdat de kosten en problemen voor veel ondernemers zich momenteel opstapelen. Extreme energieprijzen, stijgende huurprijzen, grondstofprijzen, loonkosten en ook nog de verhoging van het minimumloon op 1 januari met ruim 10 procent. En ondernemers moeten bij de Belastingdienst gedurende de terugbetalingsperiode van vijf jaar ook invorderingsrente betalen. Die loopt op tot 4 procent op 1 januari 2024. We verwachten en horen vanuit de achterban dat veel ondernemers daardoor (verder) in de problemen komen. We horen ook al van ondernemers die zelf besluiten te stoppen omdat ze zien dat ze het niet gaan redden en een faillissement willen voorkomen.”