Afbeelding
Foto: Brian Elings

Advies voor de
nuchtere ondernemer

Hoe zouden jullie het Weesper bedrijfsleven omschrijven?
Schols: "Gedreven ondernemersgeest, hechte gemeenschap en een nuchtere kijk op dingen. Ik vind dat erg aangenaam. Gebakken lucht kom je in Weesp niet zo snel tegen. Die mentaliteit zie je heel duidelijk op de bijeenkomsten van de IVW: iedereen kent elkaar en spreekt elkaar, er wordt totaal niet spannend over gedaan of je nu een klein of een groot bedrijf hebt."
Lücke: "Weesper ondernemers gunnen elkaar de handel. Die mini-economie, zoals ik het maar even noem, is kenmerkend voor Weesp. In Amstelveen, ook werkgebied van onze bank, kom je zoiets totaal niet tegen. Het netwerk van Weesp is groot en klein tegelijk. Starters worden daarin snel opgenomen. Dat komt vooral doordat Weesper bedrijven hoofdzakelijk regionaal gericht zijn."

Hebben jullie een indruk van hoe het bedrijfsleven in Weesp ervoor staat?
"Dat verschilt per sector. De winkeliers hebben het ook in Weesp niet makkelijk. We hebben er veel aandacht voor, bijvoorbeeld door ondernemersbijeenkomsten aan te bieden met Cor Molenaar, hoogleraar e-commerce. Eén van de interessante dingen die ik van hem oppikte is de noodzaak voor winkeliers om internet te omarmen. Alleen een toonbank is een doodlopend pad. Maar met alleen een internetwinkel red je het ook niet, tenzij je bol.com of Wehkamp bent. Dus je moet een mix van een fysieke en een online winkel zien te vinden. De fysieke winkel is belangrijk voor de look-and-feel. Daarnaast heb je nieuwe omzet nodig. Die vind je in de nieuwe wereld: de wereld van bestellen op afstand."

Dit is dus een belangrijk advies aan winkeliers…
"Ja. En dat advies luidt nogmaals: doe én én: want we moeten oppassen voor leegstand in de winkelstraten. Dat geeft een beeld dat we niet willen. Het verhaal van Molenaar is dus - en wij ondersteunen dat volledig - dat het verkopen van producten op dure vierkante meters in combinatie met internet de toekomst heeft. Internet vraag om logistieke slimheid. Daarin kunnen winkeliers elkaar steunen. De bakker, de slager en de groenteboer kunnen bijvoorbeeld samen één bezorgservice opzetten. Dat is het tweede belangrijke advies: bundel je krachten." Schols: "Dat is een voorbeeld van nieuwe kansen creëren. Je moet met elkaar een format hebben: wat wil je zijn? Richt je je alleen op Weesp of wil je ook aantrekkelijk zijn voor bijvoorbeeld Amsterdammers? De gemeente zou daar een belangrijke rol in moeten spelen en zich actiever kunnen opstellen. Dat vraagt om lef en om een visie die verder gaat dan één ambtstermijn. De gemeente moet uitstralen dat ze haar middenstand in de rug steunt. Als bank dragen wij ons steentje bij door kennisoverdracht. We bieden allerlei brancheinformatie aan via onze website en organiseren ondernemersbijeenkomsten. Dat zijn echt wake-upcalls. Want het is schrikbarend hoeveel omzet er weglekt naar internet. Daarom moet je je als winkelier ook op internet focussen."

Maar als je ook voor de lokale winkelier al niet meer de deur uit hoeft, wordt het dan niet nóg stiller in de winkelstraten?
Schols: "Daarom moet de gemeente daar ook volop bij betrokken zijn, want je moet als stad aantrekkelijk blijven om traffic te genereren. De winkels kunnen dat niet meer alleen. Gelukkig heeft Weesp nog een aanzienlijke uitbreiding van woningbouw in de Bloemendalerpolder in het verschiet. Dat biedt Weesp een enorme kans."
Lücke: "Het grote gevaar zit 'm erin dat veel winkeliers zeggen: 'Mijn omzet loopt nu met 20% terug, maar dat komt door de slechte economie.' Maar dat is slechts ten dele waar. De omzet loopt óók terug door de internetwinkels, die als een sluipmoordenaar je omzet weghalen. Dus als de economie straks weer aantrekt, ben je als winkelier niet automatisch weer boven Jan. Ik zal je vertellen over een wake-upcall die we in West-Friesland hebben gedaan. Daar hebben we 250 traditionele ondernemers, die vaak van generatie op generatie hun winkeltje hebben, midden in een internetbedrijf gezet. En wat is een internetbedrijf? Een enorm magazijn vol dozen en pallets en van die robotkarretjes waarop de spullen worden verzameld. Die ondernemers keken hun ogen uit. Ons doel was om ze te laten zien: dít is je concurrent!"

Hoe staat het ervoor op de Weesper bedrijventerreinen?
Schols: "Bij productiebedrijven valt het niet tegen: die blijven redelijk in de lucht. Je ziet dat de groei is afgetopt, maar dat de omzet redelijk consolideert. Dat heeft tot gevolg dat bedrijven nu wel kritischer zijn op hun kosten. En dat is op zich helemaal niet verkeerd, denk ik."

Is de Rabobank nog altijd in de markt om bedrijven te faciliteren?
Schols: "Volmondig ja! Waarbij we kritischer zijn geworden, dat wel. Het kennisinstituut van de Rabobank levert aan de lopende band marktgegevens, daar spiegelen wij onszelf constant aan. Kapitaal is schaars en banken moeten meer kapitaal binnenhouden. Dus moeten we wel kritischer omgaan met de middelen die we hebben. Maar als er een investeringsvraag komt, zeggen wij in principe: ja graag! We snappen ook dat we die functie in de economie hebben en natuurlijk nemen wij daarin ook onze verantwoordelijkheid, Maar je moet wel een goed doortimmerd ondernemersplan hebben."

Maar we mogen toch aannemen dat je altijd kritisch naar ondernemersplannen hebt gekeken?
Lücke: "Uiteraard, maar steeds in de situatie van toen. Nu bestaat bij sommigen het beeld dat banken geen hypotheken of kredieten meer zouden verstrekken, maar ik durf echt te beweren dat dat niet waar is. Wat meespeelt is dat de vraag is veranderd. De markt is ten opzichte van vorig jaar 40% minder. Als er geen vraag is, hebben wij ook niets aan te bieden. Of ondernemers trekken de vraag weer in. We offreren volop, maar vanuit het bedrijfsleven wordt er regelmatig toch weer van afgezien."

Ook in Weesp loopt de investeringsvraag terug?
Schols: "Er is weinig beweging op dit moment. Dat is al langere tijd zo. Wat je merkt is dat in eerste instantie reserves aangesproken worden en vervolgens de benutting van de rekening-courant gaat oplopen. Als dat allemaal gedaan is, dan zie je bedrijven consolideren. Dat is allemaal het voorportaal van überhaupt aan investeren denken. Ik zei al: ondernemers in Weesp hebben een nuchtere kijk, dus die zeggen: nu even geen fratsen, eerst het gevoel krijgen dat we wat comfortabeler in ons jasje zitten, dan pas weer investeringen. Vervangingsinvesteringen zie je nog het meest, maar zelfs die worden vaak nog even uitgesteld."

De Rabobank heeft een goede naam als het gaat om starters. Hoe zit het met starters in Weesp?
Schols: "We zien duidelijk een toename van het aantal zzp'ers. Maar in Weesp niet zo veel als bijvoorbeeld in Amstelveen. Het leuke is dat we laatst weer een van onze startersontbijten hebben gehouden. Ook hier geven we wake-upcalls."

Wat is jullie advies aan bedrijven?
Schols: "We gaan niet op stoel van de ondernemer zitten. Wat we wel doen is faciliteren in kennis. Daar zijn we hartstikke transparant in, je kunt het zo van het web plukken. We wijzen op kansen, roepen op om creatief te zijn en de ogen wijd open te houden. Laatst was ik op een bijeenkomst waar een slimme Spaanse econoom sprak. Die had het over een Chinese bank die met zijn banktotaal morgen Spanje kan opkopen, zo groot. Maar hij zei: je weet niet wie je concurrent van morgen is. Dan kun je twee dingen doen: achterom kijken naar de deur wie er binnenkomt. Of uit het raam naar buiten kijken om te zien welke kansen en nieuwe markten er liggen."
Lücke: "Ik vind dat veel ondernemers erg creatief aan het worden zijn. Dat vraagt deze markt ook. Het is een opleiding om creatief te worden. 'Innovatief' wordt vaak gezegd, maar ik noem het 'creatief': ik zie voorbeelden waarbij ik denk: wauw! Ondernemers maken keuzes die ze niet hadden gemaakt als de economie niet zo slecht was geweest. Er gaat ook heel veel goed. En dat we niet meer 20-30% groeiers hebben, oké. Dat moeten we accepteren als de nieuwe werkelijkheid. Herman Wijffels voegde daar laatst nog iets aan toe. Hij zei: als we de welvaart van vandaag vasthouden, horen we over tien jaar nog steeds bij de top van de wereld. Maar als het ons lukt om met de huidige welvaart over tien jaar gelukkiger te zijn, en dan wijst hij vooral naar duurzaamheid, dan hebben we het heel goed gedaan. Dat vond ik wel een hele mooie. Dan hebben we de huidige welvaart verduurzaamd."