AWBZ: terug naar af? Deel 2: de schenking op papier

Zoals begin dit jaar in een eerdere column aangegeven, is er de nodige opwinding ontstaan over de nieuwe zorgbijdrage. Mogelijk terecht, maar hoe dan ook is het van harte aan te bevelen om niet in paniek te raken, maar je eerst eens even goed te laten informeren onder het motto 'eerst zien, dan geloven'. Maar dat er zorg is over de zorgbijdrage, mag duidelijk zijn. Een recente enquête heeft aangetoond dat ouderen behoorlijk massaal in beweging zijn gekomen vanwege deze eventuele hogere zorgbijdrage.
De trend die daarbij gevolgd wordt is overzichtelijk: kijk naar de opties van vermogensoverdracht met de warme én met de koude hand. Ofwel, is een schenkingsstrategie een optie, al dan niet gecombineerd met controle en eventuele aanpassing van het testament. Maar wederom een waarschuwing in de lijn van het voetballende orakel: 'Elk voordeel heb z'n nadeel', dus maak weloverwogen beslissingen. Direct effect is ook niet in alle gevallen te verwachten omdat de peildatum twee jaar terug ligt. In die zin is er dus sprake van een vertragende factor.
Bij de overdracht met de warme hand springt de beroemde schenking op papier in het oog. Wat gebeurt er eigenlijk bij deze schenking? Kortgezegd schenkt een ouder een bepaald (meestal van schenkbelasting vrijgesteld) bedrag aan de kinderen, maar leent het meteen weer terug. Het geld zelf blijft dus in de knip van de ouder, zodat de ouder de beschikking over dat bedrag houdt.
Door het teruglenen ontstaat er een schuld van de ouder aan het kind. Deze schuld zorgt, en daar gaat het allemaal om, voor verlaging van het BOX 3-vermogen van de ouder. Maar pas op, bij het kind komt de vordering op de ouder weer terug als diens BOX 3-vermogen. Voor het kind neemt het BOX 3-vermogen dus toe!
De schenking heet niet voor niets een schenking op papier, want het moet op papier en wel notarieel. Wil je elk jaar deze schenking doen, dan moet je ook elk jaar weer naar de notaris. In die notariële akte zullen de hoogte van de schenking en het rentepercentage op de lening moeten worden vastgelegd. Dat is op zich simpel, want de wet schrijft 'gewoon' 6% rente voor, die ook daadwerkelijk elk jaar aan het kind moet worden betaald. Althans, wil betreffende papieren schenking ook fiscaal als aftrekpost voor de erfbelasting gelden. Voor de zorgbijdrage is dat niet persé voorgeschreven. Hoe dan ook is de rentebetaling aan het kind, op zich een goede (netto) investering van het kind en voor de ouder een mooie manier om vermogen daadwerkelijk over te dragen.
In betreffende schenkingsakte kan dan ook meteen de zogenoemde anti-schoonzoon (m/v)-clausule worden opgenomen, waardoor betreffend geschonken bedrag niet in een gemeenschap van goederen van het kind valt.
Dit is een column van oud-Hollandse gezegden, want ook bij de schenking is er weer één van toepassing en wel: 'Je moet je niet uitkleden voordat je naar bed gaat'. Ofwel, kijk goed of de fiscaal voorgeschreven rentebetaling op den duur niet tot liquiditeitsproblemen kan leiden, want in beginsel is er geen weg terug.
Tot slot: de eigen woning blijft in beginsel lang in BOX 1, dus wat dat betreft is er waarschijnlijk niet veel aan de hand. Wordt de woning verhuurd, dan wordt het BOX 3 vermogen en is er dus wel wat aan de hand.