Vrijstelling erven en schenken bedrijven

Als ondernemingsvermogen wordt geërfd of geschonken wordt gekregen, dan is er sprake van 100% vrijstelling erf- en schenkbelasting over de waarde tot dik één miljoen euro. Als de waarde van de onderneming hoger is dan het vrijgestelde bedrag, dan is het meerdere tot 83% procent vrijgesteld. Alleen degenen die ondernemingsvermogen erven of geschonken krijgen, hebben recht op die vrijstelling. Uiteraard moet er wel aan verschillende voorwaarden worden voldaan. Zo moet degene die het bedrijf erft of geschonken krijgt, het bedrijf minimaal vijf jaar voortzetten.

De afgelopen tijd zijn er verschillende rechtszaken gevoerd over de vraag of het eerlijk is dat degenen die een bedrijf erven of geschonken krijgen minder belasting betalen.

In 2013 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de vrijstelling bij het erven of schenken van ondernemingsvermogen niet discriminerend is. Eerder vond de Rechtbank Breda dat het onderscheid tussen het erven van een bedrijf en ander vermogen voor de erfbelasting te groot was. De uitspraak van de Rechtbank Breda leidde ertoe dat erfgenamen herziening vroegen van de erfbelasting die zij moesten betalen over erfenissen zonder ondernemingsvermogen.

In deze zaak heeft nu ook het Europese Hof voor de Rechten van de Mens uitspraak gedaan over de vraag of de vrijstelling bij het erven of schenken van ondernemingsvermogen oneerlijk discriminerend is ten opzichte van ander geërfd of geschonken vermogen waarvoor die vrijstelling niet geldt. Het Europese Hof heeft nu geoordeeld dat er geen discriminatie is en dat de vrijstelling voor het erven en schenken van ondernemingsvermogen in Nederland in de wet mag blijven staan.

De vrijstelling voor ondernemingsvermogen is destijds in de wet gekomen omdat het betalen van erf- of schenkbelasting over dat vermogen liquiditeitsproblemen met zich mee kan brengen. Dit kan ten koste gaan van de continuïteit van het bedrijf, met name familiebedrijven. Deze bedrijven zijn/waren volgens de wetgever destijds belangrijk voor het behoud en de groei van de werkgelegenheid, het behoud van economische diversiteit en voor stabiliteit. Ook was het doel van de vrijstelling om ondernemerschap te stimuleren. Volgens de Hoge Raad is dit alles reden genoeg om onderscheid te maken in de erf- en schenkbelasting tussen ondernemingsvermogen en niet-ondernemingsvermogen. Het schenken en erven van ondernemingsvermogen blijft dus nog (steeds) fiscaal aantrekkelijk.